Wat is de betekenis van hooitijd?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

hooitijd

tijd waarin men hooit. tijd waarin men het gras op de graslanden afmaait, laat drogen in de zon en binnenhaalt als veevoeder voor de winter; tijd waarin men hooit. Voorbeelden: Dan is de hooitijd aangebroken. Vroeger ging het allemaal met de hand, kleine baaltjes, wat een werk! De balen zijn tegenwoordig zo groot dat je er met de han...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hooitijd

hooitijd - Zelfstandignaamwoord 1. de periode van het jaar dat hooi geoogst wordt, maaitijd Juli is de belangrijkste hooitijd voor grasland in Nederland. Woordherkomst samenstelling van hooi(werkwoord) en tijd

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hooitijd

m., de tijd waarin gehooid wordt; ’t is nu geen hooitijd, wij hebben nu geen haast.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hooitijd

m. (-en) tijd voor ’t hooien : ’t is nu geen -, we hebben nu geen haast.