hoogwaardigheid
hoë staatsamp; titel van (aarts)biskoppe.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. hoedanigheid van hoogwaardig; 2. hoog hof- of staatsambt; — titel van bisschoppen en aartsbisschoppen: Zijne Hoogwaardigheid de Bisschop van Haarlem.
Jozef Verschueren (1930)
(ho:ch'wa:rdəcheit) v. (...heden) I. Eig. 1. het hoogwaardig zijn 2. Uitbr. titel. II. Metn. hoogwaardig persoon.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., 1. hoedanigheid van hoogwaardig; 2. hoog hofof staatsambt; titel van bisschoppen en aartsbisschoppen.
J.H. van Dale (1898)
HOOGWAARDIGHEID, v. titel van bisschoppen en aartsbisschoppen; Zijne Hoogwaardigheid de Bisschop van Haarlem.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: