Wat is de betekenis van Hoofddeugd?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hoofddeugd

v. (-en), voorname of voornaamste deugd; — (R.-K.) ieder der vier kardinale deugden (voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid).

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hoofddeugd

v. -en; voornaamste deugd.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hoofddeugd

v. (-en) belangrijkste, voornaamste deugd: de -en zijn deze vier nl. voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid. Syn. kardinale deugd.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hoofddeugd

HOOFDDEUGD, v. (-en), (R. K.) voornaamste deugd; de 7 hoofddeugden zijn 3 goddelijke (geloof, hoop en liefde) en 4 kardinale deugden (voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid).