honingzoet
honingzoet - Bijvoeglijk naamwoord 1. zeer zoet ♢ Ander voorbeeld. Op zeker moment stopte moeder met eten. Ze schoof telkens het bord van zich af. Ik dacht: de Hollandse verpleegkost (tot snot gekookte bietjes en witlof met jus) komt natuurlijk haar neus uit. Ze mist haar eigen vertrouwde gerechten! Ik maakte...