Wat is de betekenis van honingzoet?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

honingzoet

honingzoet - Bijvoeglijk naamwoord 1. zeer zoet Ander voorbeeld. Op zeker moment stopte moeder met eten. Ze schoof telkens het bord van zich af. Ik dacht: de Hollandse verpleegkost (tot snot gekookte bietjes en witlof met jus) komt natuurlijk haar neus uit. Ze mist haar eigen vertrouwde gerechten! Ik maakte...

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)