Wat is de betekenis van honderdjarige?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

honderdjarige

iemand van honderd jaar. iemand die honderd jaar oud is; persoon met de leeftijd van honderd jaar. Ook wel metonymisch gebruikt voor een instelling of organisatie die honderd jaar oud is. Voorbeelden: Maar bij de antwoorden op de vraag moet je invullen dat gezondheid van de meerderheid van de honderdjarigen uitstekend is. N...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Honderdjarige

m. en v. (-n), iem. die 100 jaren oud is.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

honderdjarige

m. en v. (-n) honderdjarige persoon. Enc. In de U.S.S.R. zijn er, volgens Tass, 4425 personen die 100 tot 110 jaar oud zijn; 717 zijn ouder. Begin 1954 waren er in Nederland 40 honderdjarigen en ouder. Drievierde van de honderdjarigen zijn vrouwen. Alle honderdjarigen schijnen dit gemeen te hebben : zij hebben een werkzaam leven geleid, maakten gee...