Wat is de betekenis van hondenkar?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hondenkar

hondenkar - Zelfstandignaamwoord 1. kar getrokken door een of meerdere honden, in het verleden veel gebruikt door bakkers, boeren, venters voor het vervoeren van lichte vrachten Woordherkomst samenstelling van hond en kar met het invoegsel -en-

2024-04-30
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

hondenkar

(de, -ren), kar waarin de hondenvanger gevangen honden opbergt en vervoert naar het asiel. Een man in een khaki-uniform bukte zich over hem [een zieke hond] heen. Een ruwe hand pakte zijn achterpoten en smeet hem in de hondekar (Mungroo 1977: 31). - Etym.: Veroud. AN en SN hondekar = kar getrokken door een of meer honden. -Syn. hondenwagen.

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hondenkar

s., hounekarre.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hondenkar

v. (-ren), door een of meer honden getrokken wagen.