Hommelen
v., holderje, gounzje.
Van Dale Uitgevers (1950)
(bommelde, heeft gehommeld), (gew.) 1. gonzen, een dof geluid maken (gelijk de bijen doen); 2. donderen ; razen.
J.H. van Dale (1898)
HOMMELEN, (hommelde, heeft gehommeld), gonzen, een dof geluid maken (gelijk de bijen doen): (ook) mompelen. HOMMELING, v.
Cornelis Kiliaan (1573)
Bombilare, bombum edere, murmur & confusum sonum edere: vt fucus, apis, &c. ang. humme.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: