Wat is de betekenis van Holtedieren?

...

o. mv., (nat. hist.) een hoofdafdeling, van het dierenrijk, Coelenterata, waartoe de poliepen, de neteldieren, de ribkwallen en de sponzen behoren.

holtedieren - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord holtedier

weinig ontwikkelde, ongewervelde dieren. Hun lichaamsvorm is in grondvorm te vergelijken met een beker of cilinder die aan een kant is gesloten. De enige holte die zij bezitten, wordt darmlichaamsholte genoemd. De voortplanting geschiedt door deling, knopvorming of door bevrachte eieren. De zoetwaterpoliep, ook hydra genoemd, leeft bij ons i...

(Coelenterata), zeedieren, die vrij in het water zwemmen, of met één zijde van het lichaam vastgehecht zijn. Het lichaam bestaat uit 2 lagen cellen, waartussen een steunlamel. Hiertoe behoren de kwallen*, polypen*, zeeanemonen*.

of Coelenterata zijn min of meer radiair symmetrische zeedieren, die vrij in het water zwemmen of vastgehecht zijn met de aborale zijde (d.i. tegenover de mond). Met de Sponsen* noemde men ze ook wel Zoöphyten of Plantdieren, omdat zij vaak vastgehecht op de zeebodem, als planten uitgroeien. Het lichaam is samengesteld uit twee lagen va...

→ Coelenteraten.

mv. hoofdstam der dieren (Goelenterata).

Caelenterata. Naamwoord: 1 kwalpoliepen, hydra: armpoliep, domansduim, haringgraat, klokjespoliep, knotsdrager, pijppoliep, poliep, zeedraad, zoetwaterpoliep. 2 echte kwallen, scyphozoa: bezaantje, buiskwal, haarkwal, knol kwal, kompaskwal, kwal, oorkwal, zeepaddestoel, zeekwal, zeilkwal. 3 bloemdieren, (neteldiere...