Wat is de betekenis van Hilversummer?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Hilversummer

iemand uit Hilversum. iemand die afkomstig is uit Hilversum; inwoner van Hilversum. Voorbeelden: Wanders vertelde over zijn ervaringen in Afrika, Midden- en Zuid-Amerika. Een indrukkendwekkend relaas deed hij over Guatamala. In het boek 'Stille Getuigen' beschrijft hij de ontmoeting met een vrouw die haar beide zonen heeft...

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Hilversummer

(1910+) (Barg.) niet-Jood. Een woordspeling met het Gooi (in Hilversum) en het Jiddische woord ‘goj*’. Het woord werd opgetekend in joodse kring. • Hilversummer, niet-Israëliet; met een zinspeling op de overeenkomst van de naam van de streek, en het Hebr. ‘gooi’. (J.L. Voorzanger & J.E. Polak: Het Joodsch in Ne...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Hilversummer

Hilversummer - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een (mannelijke) inwoner van Hilversum, of iemand afkomstig uit Hilversum Woordherkomst afgeleid van Hilversum met het achtervoegsel -er

2024-04-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

hilversummer

(in Joodse kringen) niet-Jood. Woordspeling met het Gooi (in Hilversum) en het Jiddische woord goj. Hilversummer, niet-Israëliet; met een zinspeling op de overeenkomst van de naam van de streek, en het Hebr. ‘gooi’. (J.L. Voorzanger & J.E. Polak, Het Joodsch in Nederland. Tweede druk, 1915)