hillebil
(17e eeuw) (inf.) lichthoofdig meisje, draaigat. Het WNT citeert W. van Wolsschaten (De Doodt vermaskert met des Weerelts ydelheyt. 1654) en geeft als omschrijving: nietsbetekenend persoon, onwaardig wezen. Stoett (1923) vermeldt het woord onder lichtekooi. • Mine vrouw, die hillebil, wil niet zoo als ik wil. (Otto Gerhard Heldring: Winteravon...