hieuwen
hieuwen - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van houwen ♢Wij hieuwen ♢Jullie hieuwen ♢Zij hieuwen
Wiktionary (2019)
hieuwen - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van houwen ♢Wij hieuwen ♢Jullie hieuwen ♢Zij hieuwen
Van Dale Uitgevers (1950)
(hieuwde, heeft gehieuwd), (eert. ook HIEVEN, (hiefde, heeft gehiefd, ( Eng. to heave), kracht doen op een spil; met een spil omhoogwerken (b.v. bij het lossen van de lading van een schip), inhalen (trossen enz.): het anker hieuwen ; de balken worden uit het ruim gehiefd.
M. J. Koenen's (1937)
hieuwde, heeft gehieuwd; vernederlandste vorm van Eng. to heave: kracht doen op een spil (bij het ankerlichten enz.); met een windas opwinden: het anker hieuwen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(hieuwde, heeft gehieuwd), met een spil omhoogwerken (b.v. bij het lossen van de lading van een schip), inhalen (trossen enz.): het anker —.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: