Hertrekken
(hertrok, heeft hertrokken), 1. (van een wissel): een van non-betaling geprotesteerde wissel hertrekken, een herwissel trekken op de trekker of op een der endossanten van de niet betaalde wissel; 2. (gew.) intrekken ; 3. (Zuidn.) trekkend verplaatsen; zich hertrekken, zich verroeren.