Wat is de betekenis van hersenloze zaadcel?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

hersenloze zaadcel

(2017) (scheldw.) domoor, idioot. • ‘Hoor je nou, boerenboterhammenzak, halvezool,’ mompelde Berend. ‘Hersenloze zaadcel. Je bent er vies bij.’ (Renée Olsthoorn: De Franse slag. 2017)