Wat is de betekenis van Herlaar?

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Herlaar

m. (-s), (Zuidn.) haagbeuk.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Herlaar

HERLAAR, m. (-s), (Zuidn.) zekere boom, haagbeuk (carpinus betulus).

Gerelateerde zoekopdrachten