Wat is de betekenis van herhalingsgetal?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

herhalingsgetal

herhalingsgetal - Zelfstandignaamwoord 1. elk van de woorden, eindigend op -maal en -werf, die een herhaling aangeven Woordherkomst samenstelling van herhaling en getal met het invoegsel -s-

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

herhalingsgetal

getal wat uitgaan op -keer en -maal.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Herhalingsgetal

o. (-len), ben. voor de woorden op -keer, -maal en -werf die een herhaling te kennen geven.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

herhalingsgetal

o. -getallen; woorden op -maal, -werf, -keer: driemaal is een herhalingsgetal.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

herhalingsgetal

(her'ha:lings) o. (-len) getal op -keer, -maal, -werf: driemaal is een -.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

herhalingsgetal

o. (-len), ben. voor de woorden eindigend op -keer, -maal en -werf, die een herhaling te kennen geven.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Herhalingsgetal

HERHALINGSGETAL, o. (den), (spraakk.) woorden op keer, maal en werf die eene herhaling te kennen geven.