Wat is de betekenis van herfsttijd?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

herfsttijd

herfstseizoen. tijd van de herfst; herfstseizoen; herfst. Voorbeelden: Hèt voorbeeld van een residentieel kasteel is Annevoie, uit de zeventiende eeuw. Met de heerlijke tuinen en de vijver eromheen, ook in deze herfsttijd een bezoek overwaard. De Standaard, 1996 Lampekappen als kunstobjecten [...]. De kunstenaar heeft...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Herfsttijd

s., hjerstdei.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Herfsttijd

m., herfst.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)