Wat is de betekenis van heksluiter, hekkensluiter?

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

heksluiter, hekkensluiter

m. -s; laatste van een stoet; fig. het jongste kind in een talrijk gezin.

Gerelateerde zoekopdrachten