Wat is de betekenis van heggen?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heggen

heggen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord heg

2024-04-26
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

heggen

Hagen zijn houtige gewassen zo gesnoeid of geschoren dat ze direct boven de grond vertakken en een gesloten lijnvormig element vormen. Hagen kunnen een structurerende ruimtelijke functie hebben maar ook een praktische als omheining van een begraafplaats, dierenweide of moestuin. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heggen

alleen in de zegsw. : er valt met hem niet te heggen of te weren, er is met hem geen land te bezeilen, niet om te gaan.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Heggen

HEGGEN, eene heg maken er valt met hem niet te heggen of te weren, er is met hem geen land te bezeilen, niet om te gaan.