Wat is de betekenis van Heelgoed?

2024-04-26
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

heelgoed

zie: papierstof.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

heelgoed

deeglik, baie goed.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heelgoed

o., (pap.) de geheel bereide pap waarvan het papier gemaakt wordt.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

heelgoed

('he:l) o. klaargemaakte vezelpap bij de papierbereiding. →: papier.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Heelgoed

HEELGOED, o. (pap.) de geheel bereide pap waarvan het papier gemaakt wordt; —HOLLANDER, m. (-s), (pap.) hollander die dient ter bereiding van het heelgoed.