Wat is de betekenis van hazenlip?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hazenlip

(-pen), 1. v., lip als die van een haas, gespleten (boven)lip : hij heeft een hazenlip ; 2. m. en v., iem. die zulk een lip heeft.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hazenlip

hazenlip - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) (labium leporinum) aangeboren afwijking die bestaat uit een spleet in het bovengedeelte van de mond Woordherkomst samenstelling van haas en lip met het invoegsel -en-

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hazenlip

hazenlip - zelfstandig naamwoord uitspraak: ha-zen-lip 1. aangeboren, gespleten bovenlip ♢ zijn hazenlip is door de chirurg prachtig hersteld Zelfstandig naamwoord: ha-zen-lip de hazenlip ...

2025-07-15
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

hazenlip

Aangeboren splijting van de bovenlip en vaak ook van het gehemelte. Dit is een nare misvorming in het gezicht waardoor iemand moeilijk kan praten en eten. In Nederland wordt elke dag wel een baby hiermee geboren. In Nederland wordt de baby hieraan geopereerd, in arme landen in de Derde Wereld door armoede vaak niet. De plastisch chirurg kan de sple...

2025-07-15
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Hazenlip

cheiloschisis, een aangeboren spleet in de bovenlip, meestal aan één zijde van het filtrum. In ernstige gevallen bestaat daar een groter defect en is ook het gehemelte gespleten (het is overigens geen „splijten”, maar een open-blijven door niet-vergroeien). De afwijking wordt veelal direct bij een zuigeling geopereerd, omd...

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hazenlip

s., hazzemûle, -lippe.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)