Wat is de betekenis van Hazelnoteboom?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hazelnoteboom

m. (...bomen), hazelnotestruik.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hazelnoteboom

('ha:zəl) m. (...bomen) hazelaar.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hazelnoteboom

HAZELNOTEBOOM, m. (-en), hazelnotestruik.

Gerelateerde zoekopdrachten