Wat is de betekenis van Hasselaar?

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Hasselaar

iemand uit Hasselt. iemand die afkomstig is uit de Belgische plaats Hasselt; inwoner van Hasselt. Voorbeelden: De Hasselaren zijn Willy Claes nog niet vergeten. Nog vóór woensdagavond de eerste noot had weerklonken op het nieuwsjaarskoncert in het kultureel centrum van Hasselt, kreeg de gewezen sekretaris-generaal van d...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Hasselaar

Hasselaar - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een inwoner van Hasselt, of iemand afkomstig uit Hasselt Woordherkomst afgeleid van Hasselt met het achtervoegsel -aar Synoniemen Hasseltenaar

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Hasselaar

('hassәla:r) (Kenau) Haarlemse „mannin”, °1526, bewees grote diensten gedurende de belegering van haar stad 1572-1573, ♰ omstr. 1589.

2025-07-17
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Hasselaar

Hasselaar - (Kenau Simonsd.), geb. 1526, onderscheidde zich in 1573 bij ’t beleg van Haarlem.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Hasselaar

m. (-s), inwoner van Hasselt (in België).

2025-07-17
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Hasselaar

Hasselaar. Onder dezen naam vermelden wij: Kenau Hasselaar, de moedige burgeres van Haarlem. Zij was aldaar geboren in 1526, behoorde tot eene deftige familie, en terwijl hare zuster Adriana gehuwd was met den geleerden Hadrianus Junius, trad zij zelve in den echt met den scheepsbouwer Nanning Gerbrandsz. Borst. In 1571 was zij weduwe en had althan...