Wat is de betekenis van Harceleeren?

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

harceleeren

harceleeren - onophoudelijk aanvallen; bestoken; lastig vallen.

2024-04-26
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Harceleeren

Fr., afmatten d. gedurige aanvallen.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Harceleeren

HARCELEEREN, (harceleerde, heeft geharceleerd), voortdurend verontrusten, afmatten, plagen (inz. van militairen).

2024-04-26
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

harceleeren

harceleeren - bw gel., bestoken, plagen

Gerelateerde zoekopdrachten