Wat is de betekenis van Hansoppen?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hansoppen

hansoppen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hansop

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hansoppen

HANSOPPEN, (Z. A.) (hansopte, heeft gehansopt), de handen opsteken, zich overgeven, onderwerpen (Eng. to hands up). HANSOPPER, m. (-s), (Z. A.) iem. die zich vrijwillig overgeeft.

Gerelateerde zoekopdrachten