Handschroef
v. (...schroeven), 1. schroef die met de hand wordt aangedraaid; (smed.) schroef tussen welks bek men het werkstuk vastzet, om beter gelegenheid te krijgen het met de hand vast te houden; 2. schroef waarin de hand van een misdadiger wordt geklemd: iemand de handschroeven aanleggen.