handrem
handrem - Zelfstandignaamwoord 1. Een met de hand bediende rem. ♢ Bekende handremmen zijn die van een fiets en de parkeerrem van een auto. Woordherkomst samenstelling van hand en rem
Wiktionary (2019)
handrem - Zelfstandignaamwoord 1. Een met de hand bediende rem. ♢ Bekende handremmen zijn die van een fiets en de parkeerrem van een auto. Woordherkomst samenstelling van hand en rem
Muiswerk Educatief (2017)
handrem - zelfstandig naamwoord uitspraak: hand-rem 1. rem die je met de hand bedient ♢ ik heb een fiets met handremmen Zelfstandig naamwoord: hand-rem de handrem de handremmen
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-men), met de hand bediende rem op voertuigen, m.n. op rijwielen en motorrijtuigen. (e) Bij rijwielen werken de handremmen op vooren achterwiel door middel van remschoenen in remtrommels (bij oude constructies en racefietsen op de velgen), bij motorrijwielen uitsluitend op een remtrommel op het voorwiel, bij automobielen op de remtrommels va...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: