Wat is de betekenis van handrem?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

handrem

handrem - Zelfstandignaamwoord 1. Een met de hand bediende rem. Bekende handremmen zijn die van een fiets en de parkeerrem van een auto. Woordherkomst samenstelling van hand en rem

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

handrem

handrem - zelfstandig naamwoord uitspraak: hand-rem 1. rem die je met de hand bedient ♢ ik heb een fiets met handremmen Zelfstandig naamwoord: hand-rem de handrem de handremmen

2024-04-28
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

handrem

(de; -men) - met de hand bediende rem, bv. de knijprem van een fiets

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

handrem

rem van voertuig wat met die hand beheer word.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Handrem

v. (-men), rem die met de hand wordt aangehaald.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

handrem

('hant) v. (-men) rem die met de hand wordt bestuurd : de van een automobiel.

2024-04-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Handrem

Handrem - zie REMMEN.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

handrem

v./m. (-men), met de hand bediende rem op voertuigen, m.n. op rijwielen en motorrijtuigen. (e) Bij rijwielen werken de handremmen op vooren achterwiel door middel van remschoenen in remtrommels (bij oude constructies en racefietsen op de velgen), bij motorrijwielen uitsluitend op een remtrommel op het voorwiel, bij automobielen op de remtrommels va...