handjevol
handjevol - Zelfstandignaamwoord 1. een klein beetje (zo dat het in één hand past) ♢ Hij had nog maar een handjevol knikkers over, de rest had hij verloren. Woordherkomst samenstelling van handje en vol
Wiktionary (2019)
handjevol - Zelfstandignaamwoord 1. een klein beetje (zo dat het in één hand past) ♢ Hij had nog maar een handjevol knikkers over, de rest had hij verloren. Woordherkomst samenstelling van handje en vol
Muiswerk Educatief (2017)
handjevol - zelfstandig naamwoord uitspraak: hand-je-vol 1. klein aantal ♢ er was maar een handjevol mensen naar de film gekomen Zelfstandig naamwoord: hand-je-vol het handjevol
M. J. Koenen's (1937)
o. verkl. (een kleine handvol; fig. een klein aantal, weinig); een handjevol gerst; fig. een handjevol mensen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: