handewerkersvriendenkring; van de - zijn
schertsende Bargoense uitdrukking voor ‘zichzelf bevredigen’. Ook wel: het handenwerkersgilde toepassen. Eigenlijk: een bezigheid verricht met de handen. Verwijst naar een negentiende-eeuwse vakbond, hetgeen toen een vereniging ten behoeve van de arbeidersstand werd genoemd, die in 1869 werd opgericht in de Amsterdamse jodenbuurt. Later ging men sp...