Halverwegen
bw., (eig.) op de helft van de weg of afstand die men bezig is af te leggen of moet afleggen; vand. : in het midden tussen de beide uiteinden ; (oneig.) midden in hetgeen men bezig is te doen : hij bleef halverwegen steken.
Van Dale Uitgevers (1950)
bw., (eig.) op de helft van de weg of afstand die men bezig is af te leggen of moet afleggen; vand. : in het midden tussen de beide uiteinden ; (oneig.) midden in hetgeen men bezig is te doen : hij bleef halverwegen steken.
M. J. Koenen's (1937)
bw. (op de helft van de weg, op het midden; halfweg): hij kwam halverwegen; soms: halverwege, halverweg, halverwegs; zij waren halverwege de dijk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: