halfstok
halfstok - Bijwoord 1. halverwege de vlaggenstok, de lagere stand waarop vlaggen worden uitgehangen als uiting van rouw ♢ De vlaggen gaan halfstok. Woordherkomst samenstelling van half en stok
Wiktionary (2019)
halfstok - Bijwoord 1. halverwege de vlaggenstok, de lagere stand waarop vlaggen worden uitgehangen als uiting van rouw ♢ De vlaggen gaan halfstok. Woordherkomst samenstelling van half en stok
drs. L.A. Beeloo (1981)
Ten teken van rouw wordt de nationale vlag niet tot aan de top van de mast gehesen, doch slechts tot ongeveer 2/3 van de hoogte. Dit geldt ook voor de vlag op het achterschip of aan de gaffel van de achtermast. Men zegt dan dat de vlag „halfstok” is gehesen.
Van Dale Uitgevers (1950)
bw., ter halver hoogte van de stok : ten teken van rouw waren de vlaggen halfstok gehesen, werd er halfstok gevlagd.
Jozef Verschueren (1930)
('stok) bw. halverwegen de vlaggestok : de vlag hijsen of vlaggen ten teken, als blijk van rouw.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(het accent wisselt), bw., ter halver hoogte van de stok: ten teken van rouw waren de vlaggen gehesen. »-vlagprotocol.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: