Wat is de betekenis van halfpipe?

2025-07-17
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

halfpipe

(zelfstandig naamwoord) [alg.] halve pijp, U-bak - Plankschaatsend haalt hij halsbrekende toeren uit in de U-bak. Althans in de ogen van buitenstaanders, zelf vindt de tienjarige het een koud kunstje. [alg.] sneeuwplankbaan, sneeuwgootbaan - De bobslee schiet over de sneeuwgootbaan.

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

halfpipe

(1980+) (< Eng.) straatmeubilair in de vorm van een halve buis, waarin jongeren kunnen skateboarden. • Er suist een nieuwe rage door Heerlen, waarvoor menig ouder de jodium in de huisapotheek heeft moeten aanspreken. Want een beetje 'skater' heeft minstens één litteken, waar hij overigens allerminst mee zit. In volle vaart een...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

halfpipe

halfpipe - Zelfstandignaamwoord 1. een half cilindervormige baan om te skaten, skateboarden, snowboarden of te skieën waarbij de as van de cilinder horizontaal loopt Mentel was jong, mooi, hip en één brok levenslust toen ze na een slepende enkelblessure te horen kreeg dat ze botkanker had. Amputatie zou haa...

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-17
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-17
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten