Wat is de betekenis van halfjaar?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

halfjaar

Het begrip halfjaar heeft 4 verschillende betekenissen: 1) helft van een kalenderjaar. periode van de eerste dan wel de laatste zes maanden van een kalenderjaar; helft van een kalenderjaar. 2) helft van een boekjaar e.d.. helft van een jaar in boekhoudkundig, fiscaal of bedrijfsmatig opzicht, samenvallend met een van de jaarhelften v...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

halfjaar

halfjaar - Zelfstandignaamwoord 1. een periode van 6 maanden Eerder liep hij een halfjaar stage bij Team RadioShack. Woordherkomst samenstelling van half en jaar

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

halfjaar

ses maande.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Halfjaar

s.n., healjier (it).

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halfjaar

o. (...jaren), tijdruimte van zes maanden : alle halfjaren lost hij een deel van die schuld af; — als bw. bep. : een halfjaar huur, de huur voor een halfjaar.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

halfjaar

o. halfjaren: per halfjaar betalen.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

halfjaar

('half) o. (...jaren) tijdruimte van zes maanden.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

halfjaar

o. (-jaren), tijdruimte van zes maanden: elk — lost hij een deel van die schuld af; als bw. bep.: een — huur, de huur voor een halfjaar.