Wat is de betekenis van halfhouts?

2024-04-25
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

halfhouts

Houtverbinding waarbij van twee elkaar ontmoetende delen de halve dikte wordt weggenomen zodat ze, op elkaar bevestigd, samen de volle dikte van één van de onderdelen hebben.

2024-04-25
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

halfhouts

Halfhouts is een houtverbinding waarbij de onderdelen half ingesneden zijn en precies in elkaar passen.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halfhouts

1. bw., (timm.) ter halver dikte van het hout: een paar balken halfhouts verkepen; halfhouts over elkander lippen; 2. bn., uitgekapt of reikende tot halverwege de dikte van het hout.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Halfhouts

HALFHOUTS, bw. (timm.) ter halver dikte van het hout: een paar balken halfhouts verkepen, halfhouts over elkander lippen.

Gerelateerde zoekopdrachten