Wat is de betekenis van Habiel?

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Habiel

[Lat. habilis = licht te houden, handzaam, (overdrachtelijk) bekwaam, van habere= houden] handig, bekwaam, vaardig.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Habiel

bekwaam

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Habiel

bekwaam, handig

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Habiel

(<Fr.), bn., bekwaam, vaardig, bedreven <van personen).

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

habiel

bekwaam, handig, vaardig.

2024-04-26
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

habiel

bekwaam, vaardig.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

habiel

(ha'bi:l) bn. en bw. [Fr. < Lat. habilis] bekwaam, vaardig.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

habiel

[→Fr.], bn., bekwaam, vaardig, bedreven (van personen).

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

habiel

habiel - bekwaam, handig.

Gerelateerde zoekopdrachten