Wat is de betekenis van Haarsch?

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Haarsch

HAARSCH, HAARS, bn. (gew.) heesch. scherp in de keel; wat zulk een scherp gevoel in de keel geeft; levertraan is zoo haarsch.