Wat is de betekenis van Haarling?

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haarling

m. en o., (Zuidn.) vezel van boom- of plantenwortels.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Haarling

HAARLING, m. en o. (Zuidn.) vezel van boom- of plantenwortels.

Gerelateerde zoekopdrachten