Wat is de betekenis van haarde?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

haarde

haarde - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van haren ♢Ik haarde ♢Jij haarde ♢Hij, zij, het haarde

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Haarde

HAARDE, zie HAARGRAS.