haakanker
haakanker - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) muuranker dat bestaat uit een vierkante staaf, aan één eind plat, aan het andere rechthoekig omgebogen en in de muur bevestigd Woordherkomst samenstelling van haak en anker
Wiktionary (2019)
haakanker - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) muuranker dat bestaat uit een vierkante staaf, aan één eind plat, aan het andere rechthoekig omgebogen en in de muur bevestigd Woordherkomst samenstelling van haak en anker
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), (bouwk.) anker bestaande uit een vierkante staaf, aan één eind plat, aan het andere rechthoekig omgebogen en in de muur bevestigd.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Haakanker - Vierkante ijzeren staaf met een plat uitgesmeed eind („staart”), waarmede het aan een balk wordt bevestigd; het andere eind is rechthoekig omgebogen en wordt in den muur gemetseld. → Anker.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), anker dat bestaat uit een vierkante staaf, aan één eind plat, aan het andere rechthoekig omgebogen en in de muur bevestigd.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: