Gruizel
v. (-S, -en), zeer klein brokje, scherfje, griezel: het bord viel aan gruizels ; de bom sloeg alles in de omtrek te gruizel.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-S, -en), zeer klein brokje, scherfje, griezel: het bord viel aan gruizels ; de bom sloeg alles in de omtrek te gruizel.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-s, -en), zeer klein brokje, scherfje: het bord viel aan gruizels; de bom sloeg alles in de omtrek te —.
J.H. van Dale (1898)
GRUIZEL, v. (-s, -en), een zeer klein brokje, gruisje, griezel: het bord viel aan gruizels, aan kleine scherven: de bom sloeg alles in den omtrek ie gruizel.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: