Grootzeil
o. (-en), (scheepst.) 1. het onderste razeil aan de grote mast op driemasters; 2. het gaffelzeil aan de grootste mast op twee- of eenmastschepen.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-en), (scheepst.) 1. het onderste razeil aan de grote mast op driemasters; 2. het gaffelzeil aan de grootste mast op twee- of eenmastschepen.
Wiktionary (2019)
grootzeil - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) in de klassieke zeilvaart de onderste, grootste zeil aan de grote mast 2. (scheepvaart) in de moderne zeilvaart het zeil bevestigd met het voorlijk aan de achterkant van de (grootste) mast Woordherkomst samenstelling van groot en zeil Verwante begrippen mast, fok, grot...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
grootzeil - zelfstandig naamwoord uitspraak: groot-zeil 1. het onderste, grootste zeil aan de grote mast van een zeilschip ♢ vanwege de harde wind moesten we het grootzeil reven Zelfstandig naamwoord: groot-zeil het...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Grootzeil - Het zeil aan de groote ra (zie ZEILEN); bij schoeners het gaffelzeil aan den grooten mast.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-en), 1. het zeil achter de grootste mast op tweeof eenmastschepen; 2. het onderste zeil aan de grote mast op driemasters.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: