Grootvorst
m. (-en), 1. een vorst die in macht boven andere vorsten staat, opperste beheerser van een rijk ; (fig.) de grootvorst van Europa’s stromen, de Rijn; 2. (inz.) eertijds de titel van sommige souvereine heersers in delen van Rusland, de titel van de Czaar in sommige delen van zijn gebied: de grootvorst van Moscovië; (ook) tit...