Wat is de betekenis van grootsteeds?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grootsteeds

bn., zoals men in grote steden vindt of daar gebruikelijk is : het grootsteedse leven; de straten en winkels zijn fraai, maar zonder karakter, op zijn modern grootsteeds.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

grootsteeds

grootsteeds - Bijvoeglijk naamwoord 1. wat kenmerkend is voor de grote stad en dus niet of veel minder voorkomt in een dorp `En ik kan me geen vrediger, emersoniaanser rustplaats voorstellen, zeg ik. 'Zijn werk is grootsteeds en zijn humor die van een stadsjongen, maar zijn ziel is arcadisch. Denk...

2025-07-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

grootsteeds

soos in groot stad.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grootsteeds

bn., bw. (als in een grote stad): de winkels zijn hier op zijn grootsteeds; de mensen leven hier grootsteeds.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grootsteeds

bn. en bw. als in de grote steden: -e manieren; op zijn leven.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grootsteeds

bn., zoals men in grote steden vindt of zoals daar gebruikelijk is: het grootsteedse leven.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)