Wat is de betekenis van Grootknecht?

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Grootknecht

(volksk.) Op de grote Gron. boerderijen was in de tijd, dat er nog veel inwonende dienstboden waren, de g. de voornaamste van het volk. Aan tafel moesten de anderen wachten, tot hij toetastte, als hij vork en lepel neerlegde, mochten de anderen ook niet verder eten. In Z. Ned. heet de g. heuverknecht.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grootknecht

m. (-s), (gew.) de voornaamste, eerste knecht op een boerderij.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grootknecht

GROOTKNECHT, m. (-s), (gew.) de voornaamste, eerste knecht op eene boerderij.

Gerelateerde zoekopdrachten