Wat is de betekenis van grootkapitaal?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grootkapitaal

I. bn., (boekdr.) met grote hoofdletters ; II. zn. o., het bezit, de bezitters van grote kapitalen (als macht).

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

grootkapitaal

grootkapitaal - Zelfstandignaamwoord 1. personen of instellingen die door de grote kapitalen waarover ze kunnen beschikken een belangrijke economische factor zijn en daardoor ook veel macht hebben Ik vond het een speciale avond, maar voor mijn gevoel had hij niet bijster veel met politiek te maken. Die uits...

2025-07-17
Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Grootkapitaal

zie: Kapitaal.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grootkapitaal

v. (...talen) grote kapitaal of hoofdletter: DEZE REGEL IS GEZET UIT GROOTKAPITALEN. Tgst. kleinkapitaal.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grootkapitaal

I. bn., met grote hoofdletters; II. zn., o., het bezit, de bezitters van grote kapitalen (als macht).

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-17
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)