Grootkanselier
m. (-s), titel van de opperzegelbewaarder bij sommige ridderorden: de grootkanselier van het Legioen van Eer.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), titel van de opperzegelbewaarder bij sommige ridderorden: de grootkanselier van het Legioen van Eer.
M. J. Koenen's (1937)
m. grootkanseliers of grootkanselieren (opperzegelbewaarder bij sommige ridderorden): hij is grootkanselier van het Legioen van Eer.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), titel van de opperzegelbewaarder bij sommige ridderorden en bij sommige universiteiten: de — van het Legioen van Eer; de aartsbisschop van Mechelen is — van de universiteit te Leuven.
J.H. van Dale (1898)
GROOTKANSELIER, m. (-s), titel van den opperzegelbewaarder bij sommige ridderorden de grootkanselier van het Legioen van Eer.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: