Wat is de betekenis van Grooterd?

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grooterd

GROOTERD, m. (-s), iemand of iets dat groot of lomp van afmetingen is, (inz. in kindertaal): ik heb een appel gekregen; kijk eens wat een grooterd.

Gerelateerde zoekopdrachten