Wat is de betekenis van Grootbloemig?

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grootbloemig

bn., (plantk.) grote bloemen dragende: grootbloemige violen.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grootbloemig

bn. en bw. met grote bloemen.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grootbloemig

bn., (plantkunde) grote bloemen dragende.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grootbloemig

GROOTBLOEMIG, bn. (plantk.) groote bloemen dragende: grootbloemige violen.

Gerelateerde zoekopdrachten