Wat is de betekenis van grondwoord?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

grondwoord

grondwoord - zelfstandig naamwoord uitspraak: grond-woord 1. woord waar andere woorden van afgeleid zijn ♢ van het grondwoord 'werken' zijn onder andere 'werkt' en 'gewerkt' afgeleid Zelfstandig naamwoord: grond-woord ...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

grondwoord

stamwoord.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grondwoord

o. (-en), 1. (taalk.) oorspronkelijk woord, woord of woordvorm waarvan andere woorden (kunnen) zijn afgeleid, dus stamwoord, woordstam of wortel; 2.(in een vertaling) woord dat in de grondtekst staat.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grondwoord

o. grondwoorden (spraakk. stamwoord of kern van enig afgeleid woord).

2024-04-26
Encyclopedie voor Ziel- en Opvoedkunde

Drs. P. Wijkema (1936)

Grondwoord

eenvoudig woord met concrete beteekenis, gebruikt in bepaalde methoden voor het aanvankelijk lezen. (Grondwoorden-methode) Een grondwoord wordt in zijn geheel aan het kind bekend gemaakt om daarna één letterteeken daarvan te doen associëren met de gesproken klinker of medeklinker, waarvan het een symbool is.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grondwoord

o. (-en) 1. woord(vorm) waarvan andere woorden zijn afgeleid: „geluk, goed, stil” zijn -en. 2. woord uit de grondtekst.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grondwoord

o. (-en), 1. stamwoord of woordkern waarvan andere woorden (kunnen) zijn afgeleid; 2. (in een vert.) woord dat in de grondtekst staat.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grondwoord

GRONDWOORD, o. (-en), (taalk.) oorspronkelijk woord, woord of woordvorm waarvan andere woorden zijn afgeleid, dus stamwoord, woordstam of wortel; — (in eene vertaling) het woord dat in den grondtekst staat.

Gerelateerde zoekopdrachten