groggy
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] suf, versuft, verdoofd, daas, roezig; aangeslagen, beduusd - Nog versuft door de kaakslag wankelde hij naar buiten.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] suf, versuft, verdoofd, daas, roezig; aangeslagen, beduusd - Nog versuft door de kaakslag wankelde hij naar buiten.
Wiktionary (2019)
groggy - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet helemaal helder van geest, onvast op de benen zijn door alcohol ♢ Pas laat in de avond verlieten we Den Haag. Ze hadden allebei gedronken — mijn moeder noemde zichzelf een ietsepietsie tipsy en mijn vader was volgens haar een tikkeltje groggy — daarom reed ik teru...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng. = dronken, onvast ter been] halfbewusteloos (gezegd van boksers); ook alg.: iem. groggy slaan, hem (half) bewusteloos tegen de vlakte slaan.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: