Wat is de betekenis van groentevrouw?

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Groentevrouw

s., grien(te)wiif (it).

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Groentevrouw

v. (-en), groenvrouw.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

groentevrouw

v. (-en) groenteverkoopster.